Ga naar hoofdinhoud
 

In de regel moet je het als werknemer wel erg bont maken om op staande voet te worden ontslagen.

Een werknemer kan alleen op staande voet worden ontslagen indien er sprake is van een dringende reden voor ontslag. Dit houdt in dat het niet van een werkgever gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te laten duren. Ook moet het ontslag vrijwel direct worden gegeven nadat de reden voor ontslag de werkgever bekend is geworden.

 

Een werknemer heeft na het ontslag op staande voet twee maanden de tijd om een verzoekschrift bij de rechter in te dienen tot vernietiging van het ontslag.

Als het inderdaad tot een rechtszaak komt kan de werkgever ondermeer een schadevergoeding vorderen van de werkgever.

 

Bij een ontslag op staande voet staat er nog al wat op het spel voor de werknemer. De loonbetaling wordt gestopt vanaf het moment van ontslag. Soms zal de werkgever (een deel van) het laatste loon al niet hebben betaald vanwege een verrekening met de hierboven genoemde schadevergoeding. Ook zal de werknemer die op staande voet is ontslagen vrijwel nooit recht hebben op een uitkering.

 

Daarom zal niet snel worden aangenomen dat er echt sprake is van een dringende reden voor ontslag. In welke gevallen kan er dan wel sprake zijn van een reden voor ontslag op staande voet?

Denk hierbij aan bijvoorbeeld de volgende gevallen: aantoonbare diefstal door een werknemer, opzettelijke vernieling van bedrijfseigendommen, en het bij herhaling, en ondanks waarschuwing, te laat komen.

Back To Top